Verslag zitting Raad van State Bedrijventerrein
Donderdag 11 december 2014 togen een aantal leden van D&N naar de Raad van State in Den Haag waar de zitting gehouden werd over ons beroep tegen de beslissing van de gemeenteraad om een bedrijventerrein te ontwikelen op de Amerongse Eng. Onze advocaat Mr Joost Ruttemans van Habitat voegde zich bij ons.
Afgevaardigden van de gedaagde (Gemeente Utrechtse Heuvelrug) werden naar de linkerhelft van de zaal verwezen, wij naar de rechterhelft. De advocaat en Ton Meijer vertegenwoordigden D&N; voor de gemeente waren aanwezig dhr. K. Vreeker, beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening. Hij werd ondersteund door 2 collega's waarvan 1 de gemeente ecoloog. Ook de projectontwikkelaar, Jansen de Jong was vertegenwoordigd door een directeur. De Raad van State werd vertegenwoordigd door 3 leden en 2 notulisten.
Hoewel wij alleen de aanwezigheid van dassen aangedragen hebben, werd begonnen met nut en noodzaak van het bedrijventerrein, waarbij de vertegenwoordiger van de gemeente stevig aan de tand gevoeld werd.
Vervolgens kwamen de dassen aan bod. De Raad had zich goed ingelezen. Het standpunt van de gemeente is dat de dassen (waarvan de aanwezigheid werd erkent) niet zodanig verstoord worden door een stukje van de Eng af te halen, dat hun bestaan daardoor bedreigd wordt. Dat konden zij niet hard maken. Pas toen bleek hun dat ze niet het hele deskundigenrapport ingediend hadden, maar slechts 2 bladzijden. Onze advocaat maakte (toegewezen) bezwaar om het resterende rapport alsnog in te brengen. Ton Meijer gaf een heldere uiteenzetting over de manier van fourageren van de das. Hij stelde dat het criterium is dat de functionaliteit (ecologische doelmatigheid) van de burchten die met het foerageergebied samenvallen, niet mag worden aangetast. Als die wél wordt aangetast, dan is er ontheffing nodig van de Flora- en faunawet. Volgens de gemeente wordt de functionaliteit niet aangetast, volgens zijn stichting wél, omdat elk stukje binnen het territorium essentieel foerageergebied is voor de clan(s) van de burcht(en). Hij kan natuurlijk niet bewijzen dat sprake is van een levensgevaarlijke bedreiging, maar dat is het criterium niet.
Ook werd dhr. Vreeker gevraagd waarom de gemeente geen beroep had gedaan op de deskundigheid van de bezwaarmakers. Antwoord kwam er op neer, dat de gemeente er van uitging dat er een terecht besluit was genomen door de Gemeenteraad en dat de standpunten van de gemeente en de vereniging te ver uit elkaar liggen.
Er werd geruime tijd stil gestaan bij de vraag in hoeverre het bedrijventerrein de dassen populatie zou schaden. Ruttemans gaf in zijn slotwoord nog aan dat het moeilijk zal zijn voldoende mitigerende (verzachtende) maatregelen te nemen.
De manier waarop 1 van de RvS-dames vriendelijk maar doortastend dóórvroeg, en telkens helder samenvatte wekte ons aller bewondering.
Schriftelijke uitspraak over ten hoogste 6 weken, tenzij dat niet wordt gehaald, dan later. Wij worden dan wel geinformeerd over de uitstel.